3.14. Toetsvragen#

Vraag 3.4 - h2-dd-1

Plaats het begrip bij de best passende omschrijving.

payload

metadata

interactie

adressering

identificatie van bestemming of afzender

de eigenlijke data (inhoud) van de communicatie

data over het protocol en/of de inhoud

manier waarop de communicerende partijen samenwerken

Vraag 3.5 - h2-dd-2

Plaats de interactie-vorm bij het best passende voorbeeld uit het dagelijks leven.

best effort packet communication

publish/subscribe

client-server

reliable bi-directional bytestreams

loket met loketbediende en klant(en)

krant of tijdschrift

briefpost

telefoon

Vraag 3.6 - h2-dd-3

Plaats het begrip bij het best passende voorbeeld.

metadata

adressering

interactie

payload

naam/straat+nr/plaats

brief (in envelop)

adres, afzender, postzegel, “aantekenen” aanduiding

brief posten/brief ontvangen

Vraag 3.7 - h2-dd-4

Plaats het begrip bij de overeenkomstige HTTP-protocol-aspect.

metadata

adressering

payload

interactie

URL

HTML-bestand

HTTP headers

client-server

Vraag 3.8 - h2-dd-5

Plaats het protocol bij het bijbehorende adres.

TCP

WiFi

HTTP

MQTT

IP

Broker + topic (mqtt.ieni.org node/1234/actuators)

IP-adres + poortnummer (101.92.27.13:8080)

IP-adres (101.92.27.13)

MAC-adres (60:f7:2a:b3:09:2c)

Vraag 3.9 - h2-mc-6

Welke van de onderstaande adressen kun je gebruiken om te routeren?

Vraag 3.10 - h2-mc-7

Welke eis stel je aan het adres van de knopen in een netwerk?