5.6. Toetsvragen

Toetsvragen bij het HTTP protocol

Vraag 5.1 - mc-http-01

Welke van de onderstaande uitspraken gelden voor een client-server interactie?

a) de client moet de server kunnen vinden

b) de server moet de client kunnen vinden

c) de client kan op elk moment de server een verzoek (request) sturen

d) de server kan op elk moment de client een response sturen

e) de client moet altijd beschikbaar zijn

Check Reset

Vraag 5.2 - mc-http-02

Welke van de onderstaande uitspraken gelden voor een client-server interactie?

a) de server moet de client kunnen vinden

b) de server kan op elk moment de client een response sturen

c) de client kan op elk moment de server een verzoek (request) sturen

d) de server moet altijd beschikbaar zijn

e) de client moet altijd beschikbaar zijn

Check Reset

Vraag 5.3 - mc-http-03

Hoe weet je wat het type van de payload is in een server-response?

a) Niets: je moet het uit de payload zelf opmaken.

b) De "Content-Type" header in de response van de server.

c) De client (browser) krijgt altijd het type payload waarom deze vraagt.

Check Reset

Vraag 5.4 - dnd-http-101

Plaats het onderdeel van de URL “http://infvopedia.nl:1880/test/hello” bij de passende benaming.

infvopedia.nl

1880

https:

/test/hello

domeinnaam

poortnummer

pad-gedeelte

schema (protocol)

CheckReset

Vraag 5.5 - mc-http-10

Wat is het protocol waarop HTTP gebaseerd is, d.w.z. het direct onderliggende protocol?

a) WiFi

b) TCP

c) IP

d) UDP

e) TLS

Check Reset

Vraag 5.6 - prs-http-11

Plaats de protocollen in de juiste stack-volgorde, met het laagste protocol onderaan:

TCP

WiFi

HTTP

IP

Check

Vraag 5.7 - dnd-http-102

Plaats het onderdeel van het HTTP-protocol bij de passende benaming.

headers

URL

client-server

method

HTML

adres

metadata

request-type

payload

interactie

CheckReset