5.3. Een HTTP request#

../_images/http-request-ex1.png

Fig. 5.3 HTTP request voorbeeld#

Hierboven zie je een voorbeeld van een HTTP-request. Dit begint met GET /hello HTTP/1.1 Hierin is GET de HTTP-method: deze bepaald het type van het request. De belangrijkste methods zijn

  • GET, waarmee de client (browser) een webpagina van de server vraagt; en

  • POST, waarmee de client de inhoud van een webformulier naar de server stuurt.

In het gedeelte over REST-APIs behandelen we nog enkele andere HTTP-methods.

Het URL-pad /hello geeft het pad van het webdocument op de server aan. In veel gevallen verwijst dit naar een bestand in een filesysteem.

Tenslotte geeft HTTP/1.1 de versie van het gebruikte protocol aan.

Metadata: headers

Na de eerste regel volgen de headers: dat zijn de metadata van het protocol, in de vorm van (naam, waarde)-paren. Enkele veel-gebruikte headers zijn:

  • Host - het domeinnaam:poortnr-deel uit de URL (bijv. infvopedia.nl:1880).

  • Accept - het type van de payload dat de client verwacht (bijv. text/html);

  • User-Agent - de identificatie van de client (browser);

  • Cookie - een cookie dat eerder door de client van de server ontvangen is;

  • Content-Type - het type van de payload (bijvoorbeeld text/html; charset=utf-8)