2.1. Van functie naar tabel en grafiek

Spreadsheets werken met tabellen met (vooral) getallen. Van een tabel met getallen kun je een grafiek maken. Als je een grafiek van een functie wilt tekenen, moet je eerst een tabel van de functiewaarden maken.

Opdracht. Begin met een leeg rekenblad en voer de acties hieronder uit. Het uiteindelijke resultaat vind je in de uitwerkingen.

../_images/enkele-functies.png

Enkele functies in een grafiek

2.1.1. Van functie naar tabel

  1. maak eerst de kolomkopjes: x, f(x)=x^2 in A1:B1

  2. maak de kolom met x-waarden: -10 in A2, -9,5 in A3, en dan via de vulgreep uitbreiden naar 10 in A42

  3. maak de kolom met functiewaarden: formule =A2*A2 in B2, en via de vulgreep kopiëren in de kolom tot en met B42.

Je hebt nu een tabel met functiewaarden.

2.1.2. Van tabel naar grafiek

  1. selecteer de tabel A1:B42, dus inclusief de kolomkoppen.

  2. kies menu “Insert->Chart” (“Invoegen->Diagram”), en kies als type: “line chart” (lijndiagram).

Afhankelijk van het spreadsheetprogramma moet je mogelijk je grafiek nog wat verfijnen, maar waarschijnlijk heb je al een redelijk grafiek van de functie, met bijpassenden titels.

Opmerking Het kan nodig zijn om de waarden voor x als functiewaarden (reeks, series) te verwijderen. Deze moet alleen voor de x-as gebruikt worden.

2.1.3. Van constante naar benoemd bereik

De waarden voor de x-as kun je ook op een andere manier maken, zodat je deze gemakkelijker kunt aanpassen.

  1. Definieer E1 als deltax:, F1 als 0,5, en definieer het benoemde bereik delta als F1.

  2. Gebruik voor A3 de formule: =A2+deltax,

  3. Kopieer deze naar A3:A42.

Je kunt nu het bereik van de grafiek eenvoudig aanpassen:

  • verander de beginwaarde (in A2) en deltax (in F2).

Je ziet dat de grafiek direct aangepast wordt aan deze waarden.

Deze aanpak, waarbij je een constante waarde (0,5) vervangt door een benoemd bereik, (deltax) is in veel meer situaties handig. In de praktijk zijn “constanten” minder constant dan ze eerst lijken.

2.1.4. Meerdere functies in één grafiek

Door het toevoegen van extra kolommen kun je meerdere functies in dezelfde grafiek weergeven.

  1. Definieer de kop C1 als g(x)=x^3/10

  2. Definieer de formule in C2 als =A2*A2*A3/10

  3. Kopieer C2 naar C3:C42

Je kunt in principe de bestaande grafiek aanpassen, maar het is vaak eenvoudiger om een nieuwe grafiek te maken.

  1. Selecteer de data A1:C42

  2. Kies menu Insert->Chart (Invoegen->Diagram)

  3. Kies als Chart type (diagramtype): Line chart (lijndiagram)

Opdracht voeg op dezelfde manier toe: h(x)=x*10.

Opdracht verander de x-waarden, bijvoorbeeld naar A2: -20 en deltax: 1, en kijk hoe de verhoudingen tussen de functies in de grafiek veranderen.

Opdracht exporteer de figuur naar een bestand dat je in een ander document kunt gebruiken (bijvoorbeeld via “downloaden” in het diagram-menu).

You have attempted of activities on this page
2. Functies en grafieken"> 2.2. Groei van functies, functies van groei">Next Section - 2.2. Groei van functies, functies van groei