Inleiding

Het web is in eerste instantie bedoeld voor menselijk gebruik: via een webbrowser bezoek je webpagina’s en gebruik je webtoepassingen (web-apps). Deze webpagina’s en webtoepassingen gebruiken HTML-documenten met inhoud en interactie-elementen. Het web is op die manier het gebruikersinterface (UI) van het internet.

Deze web-toepassingen hebben tegenwoordig ook vaak een ander interface, dat gericht is op het gebruik door computers: een Application Programming Interface (API). Deze API’s gebruiken hetzelfde protocol (HTTP) als het “normale” web. In plaats van HTML worden andere formaten gebruikt, zoals JSON of soms XML.

Via zo’n API kun je een toepassing besturen: je kunt dit gebruiken voor het automatiseren van veel voorkomende taken, of om verschillende toepassingen samen te knopen (integration). Veel webtoepassingen bieden ondersteuning voor de integratie met andere toepasssingen: dit betekent dat de webtoepassing zelf alleen de eigen functies hoeft uit te voeren, en voor aanvullende functies een beroep kan doen op andere toepassingen.