1.2. Cellen en waarden

Je maakt kennis met de elementaire bouwstenen van een spreadsheet: cellen en waarden. Je leert hoe je waarden kunt invoeren en hoe je deze kunt formatteren.

Oefenmateriaal

Gebruik het voorbeeld-bestand “hoofdstuk1.xls” voor het uitwerken van de opdrachten. Voor dit onderdeel gebruik je het tabblad “Cellen en waarden”

Concepten

rekenvel, cel, rij, kolom, actieve cel, waarde, getal, tekst, logische waarde, invoeren van waarde, formatteren van waarde, datumformat, rekenen met data, …

Video

Zie de inleidende video

1.2.1. Rekenvel: cellen, rijen, kolommen

../_images/rijen-en-kolommen.png

Een (spread)sheet of rekenvel bestaat uit cellen: deze zijn geplaatst in een rooster van rijen en kolommen. De rijen zijn genummerd (1, 2, …), de kolommen geletterd (A, B, …, Z, AA, AB, …). Het adres van een cel is de kolomletter gevolgd door het rijnummer.

Om iets met een cel of een reeks cellen te doen moet je deze eerst selecteren. De randen van de geselecteerde cellen krijgen dan een andere kleur, en rechts onder zie je een blokje: de vulgreep (zie verderop). Ook de kleur van de rij en van de kolom verandert met de selectie. De geselecteerde cel heet ook wel de actieve cel. In de formulebalk boven het eigenlijke rekenvel zie je de inhoud van de actieve cel.

  • je selecteert een cel door met de muis in de cel te klikken;

  • met de pijltjestoetsen selecteer je een buurcel (als actieve cel);

  • je selecteert een reeks cellen door de eerste cel (linksboven) te selecteren, en dan met Shift-klik (of de rechter muisknop) in de laatste cel (rechtsonder) te klikken;

  • je selecteert een volledige rij door op het rij-nummer te klikken;

  • je selecteert een reeks rijen door de eerste rij te selecteren, en dan met Shift-klik (of de rechter muisknop) de laatste rij te selecteren.

  • je selecteert een volledige kolom door op de kolom-letter te klikken.

  • je selecteert een reeks kolommen door de eerste kolom te selecteren, en dan met Shift-klik (of de rechter muisknop) de laatste kolom te selecteren.

Een reeks cellen geven we aan door de eerste cel (linksboven) en de laatste cel (rechtsonder) gescheiden door een :. Voorbeeld: A1:A4. Je kunt ook een rechthoek van cellen op deze manier aangeven, bijvoorbeeld: A1:D4.

Q-1: Het adres van de geselecteerde cel in de figuur hierboven is: .

Gebruik voor de volgende opdrachten de spreadsheet “hoofdstuk1.xlsx” (of de variant in OfficeLibre of Google Spreadsheets) Voor Google Spreadsheets: maak een kopie voor eigen gebruik, via menu: Bestand->een kopie maken. Je moet dan wel ingelogd zijn.

Q-2: Selecteer cel A5. Vul in wat je ziet in de formulebalk (formula bar) bovenin: . Vergeet het eerste teken niet!

Oefen met het selecteren van cellen, rijen en kolommen totdat je daar handig mee bent.

1.2.2. Waarden: getal, tekst of logische waarde

Een cel kan een waarde of een formule bevatten. (Later meer over formules.) Een waarde is een getal, een tekst, of een logische waarde (TRUE of FALSE, of in een Nederlandse versie, WAAR of ONWAAR).

Opdracht:

  1. vul in cel A3 in: 187. Wat is nu de waarde van A5? Wat is nu de kleur van A5?

  2. vul in cel C4 in: Hello ; wat is nu de waarde van D4?

  3. vul in cel C5 in: True ; wat is nu de waarde van D5?

Q-3: Vul in cel A3 in: 187. In cel A5 zie je nu de waarde: . Deze cel heeft nu als kleur:

Q-4: Vul in cel C4 in: Hello. In cel D4 zie je nu de waarde: .

Q-5: Vul in cel C5 in: True. In cel D5 zie je nu de waarde: .

Opmerking: door het veranderen van een waarde in een cel kan een waarde in een andere cel ook veranderen: de cellen A5, D4 en D5 bevatten een formule voor een berekening. Deze behandelen we in de volgende les. Het aanpassen van de kleur afhankelijk van de waarde in een veld heet “conditional formatting.” Ook dit komt later aan bod.

1.2.3. Type van een waarde

De waarde 187 heeft als type: getal. Hello heeft als type: tekst. True heeft als type: logische waarde (Boolean).

Het type van een waarde bepaalt de betekenis van die waarde in een berekening. Met getallen kun je rekenen, teksten kun je bijvoorbeeld aaneenrijgen. Dit is een algemene regel bij programmeertalen: het type van een waarde bepaalt de interpretatie van deze waarde in berekeningen.

Meestal zie je aan de waarde zelf wat het type is: als het op een getal lijkt, en ook nog rechts aangesloten is, is het waarschijnlijk een getal. Maar een waarde als 0612345678 kan ook een tekst zijn, bijvoorbeeld een telefoonnummer. Het is niet zinvol om met telefoonnummers te rekenen. Ook straatnummers wil je het liefst als tekst beschouwen.

Later gaan we in op de manieren waarop je dit verschil kunt maken en kunt zien.

1.2.4. Opmaak (format) van getallen

Een getal kun je op allerlei manieren opmaken (formatteren):

  • als geheel getal 123

  • als vaste-komma getal 123,45

  • als zwevende-komma getal 123,45E2 (wetenschappelijke notatie).

  • als percentage 123%

  • als valuta (geld) 12.345,60

  • als datum of datum/tijd 20-02-2020

Bovendien kun je een negatief getal op verschillende manieren opmaken: met een - teken, of door dit tussen haakjes te zetten (een gewoonte van boekhouders), eventueel rood gekleurd.

De opmaak (format) van een cel geeft aan hoe de waarde in die cel op het scherm of op papier weergegeven wordt. De opmaak verandert niets aan de waarde van het getal: de computer rekent nog steeds op dezelfde manier met het getal in de cel.

Je past de opmaak van een cel aan door deze te selecteren en vervolgens in het opmaak-menu het gewenste format te kiezen.

Opdracht:

  • Verander de opmaak van A1 in: vaste-komma getal met 2 decimalen.

  • Verander de opmaak van A2 in: zwevende-komma getal met 2 decimalen (wetenschappelijke notatie).

  • Verander de opmaak van A3 in: valuta (Euro) met 2 decimalen.

  • Verander de opmaak van A4 in een datum-formaat.

  • Selecteer alle cellen A1:A5 en verander de opmaak in: geheel getal.

  • Wat gebeurt er in deze gevallen met de waarde van A5?

Note

Decimale komma of punt? In Nederland gebruiken we een decimale komma in getallen, andere landen gebruiken daarvoor een decimale punt. Als de instelling hiervoor niet goed staat kun je vreemde resultaten krijgen. Verderop geven we aan hoe je deze instellingen kunt veranderen.

1.2.5. Datumformaten

Een datum is een geheel getal dat op een bijzondere manier weergegeven wordt: via een datumopmaak (datumformaat). Enkele voorbeelden van dataformaten: 20-02-2020, 20-februari-2020, 20-feb.-2020, 2020-02-20. Het getal stelt het aantal dagen voor sinds 30 december 1899.

Note

Een datum is een getal: dat betekent dat je het verschil tussen twee data kunt uitrekenen, als het aantal dagen (periode) tussen die data.

Onzin-berekeningen. Een spreadsheetprogramma heeft er ook geen moeite mee om data op te tellen of te vermenigvuldigen: die berekening heeft een uitkomst, maar het is natuurlijk volstrekte onzin. Het spreadsheetprogramma beschermt je niet tegen dergelijke onzin-berekeningen: dat moet je zelf in de gaten houden.

Opdracht:

  • Voer in een lege cel het getal 0 in; verander het format in een datum-formaat. Welke datum wordt nu weergegeven?

  • Kun je ook data vóór 30 december 1899 voorstellen?

  • Welk getal komt overeen met de datum 20-02-2020?

1.2.6. Tekstformaten

Je kunt tekst op allerlei manieren opmaken: je kunt tekst vet of cursief zetten, het lettertype veranderen of de grootte.

Je kunt een tekst ook gebruiken als “link” (URL), naar een website (https://...), of naar een mailadres mailto:....

Voor een tekst die niet in een cel past heb je verschillende mogelijkheden (Opmaak->Tekstomloop):

  • overloop: de tekst loopt door over de volgende cel;

  • omloop: de tekst blijft in de cel, de cel wordt in de hoogte aangepast;

  • afbreken: alleen het deel dat in de cel past is zichtbaar.

Deze opmaak heeft geen gevolgen voor de waarde: ook al zie je maar een deel van de tekst, de tekst in de cel blijft onveranderd.

1.2.7. Invoeren van waarden

Door een ' als eerste teken geef je aan dat de volgende tekens een tekst-waarde vormen. Zo kun je '0612345678 als telefoonnummer invoeren. Als de invoer met een letter begint wordt dit altijd als tekst-waarde gezien.

Opdracht:

  • voer als waarde in: 1-2. Wat is het type van deze waarde? Wat is de betekenis?

  • voer als waarde in: 12-13. Wat is het type van deze waarde?

  • voer als waarde in: '1-2. Wat is het type van deze waarde?

De notatie die je gebruikt bij het invoeren van een waarde bepaalt ook de opmaak van de cel. Als je bijvoorbeeld invoert 20-02-2020 dan wordt dit gezien als een datum: een getal in datumformaat. Je kunt de opmaak van de cel later weer aanpassen zoals je hierboven gezien hebt.

1.2.8. De vulgreep

Soms wil je een reeks waarden invoeren in een bepaald patroon, bijvoorbeeld de getallen 1,2,3,…, of opeenvolgende data. Hiervoor bestaat een handig hulpmiddel: de vulgreep. Dit is het blokje rechts onderaan de cel(len) die je geselecteerd hebt.

Voorbeelden:

  • geef cel a10 de waarde 1; selecteer deze cel; trek de vulgreep naar cel a20: alle cellen a10..a20 krijgen de waarde 1.

  • geef cel b10 de waarde 1, en cel b11 de waarde 2; selecteer deze beide cellen; trek de vulgreep naar cel b20: de cellen b10..b20 krijgen de waarden 1,2,3,…

  • geef cel c10 de waarde “januari”; selecteer deze cel; trek de vulgreep (horizontaal) naar c13: je krijgt een reeks maanden. (Vraag: zijn dit data of teksten?)

Opmerkingen:

  • je kunt de vulgreep naar rechts of naar beneden trekken, maar niet beide tegelijk.

Opdracht

  • maak de tafel van 8, in twee kolommen: de eerste kolom de getallen 1, 2, 3, …; en de tweede kolom de bijbehorende waarden van de tafel van 8.

1.2.9. Andere handige zaken

  • tussenvoegen en verwijderen van rijen en kolommen;

  • vastzetten van rijen en kolommen (i.h.b. de top);

  • verbergen (en ontbergen) van rijen en kolommen. (NB: dit moet je weten als je met spreadsheets van anderen werkt.)

  • afschermen van waarden (protect); (kan dat altijd?)

  • invoeren van verticale reeks met Enter; van horizontale reeks met Tab.

  • je kunt zelf je vulreeksen definiëren.

  • zichtbaar maken van de formules in een spreadsheet (met “show formula”, via het menu, of )

1.2.10. Verschillen tussen spreadsheet-programma’s

  • Bij Apple Numbers is de vulgreep het gele bolletje midden onderaan.

  • Apple Numbers wijkt in een aantal opzichten af van de gebruikelijke spreadsheetprogramma’s. Dit heeft zowel voor- als nadelen.

You have attempted of activities on this page
1.1. Inleiding"> 1.3. Formules, adressen en functies">Next Section - 1.3. Formules, adressen en functies