Opzet en motivatie

Dit lesmateriaal is bedoeld voor leerlingen in het VO, van onderbouw tot bovenbouw HAVO/VWO.

Digitale geletterdheid: apart, of geïntegreerd in andere vakken?

De basisprincipes van Digitale geletterdheid kun je beter als apart vak geven, verzorgd door een docent met voldoende achtergrondkennis. Het toepassen van deze principes kun je vaak (beter) doen in de context van de andere vakken. Bijvoorbeeld door spreadsheets bij verschillende vakken te gebruiken leren leerlingen hun kennis toe te passen (transfer) en hun vaardigheden te vergroten. Voor een deel kan dit toepassen in andere vakken al plaatsvinden direct na de behandeling van de basisprincipes, bijvoorbeeld door een docent van een ander vak een les Digitale geletterdheid te later verzorgen.

Door docenten van andere vakken enige (speel)ruimte te geven bij Digitale geletterdheid kan de overladenheid van het curriculum beperkt worden.

Over de organisatie van het materiaal

Het materiaal bestaat uit een reeks inleidende lessen over de basisprincipes van spreadsheets, en een verzameling lessen met thema’s die voor de verschillende vakken van belang zijn. De inleidende lessen vormen de basiskennis voor de meeste van de andere lessen. Deze lessen kunnen het best in een apart blok Digitale geletterdheid verzorgd worden, eventueel aangevul met enkele meer vakgerichte lessen uit de volgende hoofdstukken. (Het is de bedoeling dat het materiaal grotendeels geschikt is voor zelfstudie.)

Docenten van de verschillende (Bèta)vakken kunnen een selectie maken uit de andere lessen, om deze in hun eigen vak aan te bieden.

Doorlopende leerlijnen

De enige manier waarop je vaardigheid krijgt in het werken met spreadsheets, is door het herhaaldelijk toepassen en oefenen in het gebruik daarvan in een zinvolle context. De herhaling moet voldoende vaak gebeuren om niet elke keer weer vanaf het begin te beginnen. Dit zal in het begin wat vaker zijn, bijvoorbeeld elke week, gedurende een periode van 8-10 weken. Later kan dit bijvoorbeeld enkele keren per jaar zijn. De verschillende vakken, in het bijzonder de Bètavakken, bieden genoeg mogelijkheden om met spreadsheets aan de slag te gaan. En omgekeerd: door het gebruik van spreadsheets kunnen deze vakken winnen aan relevantie en aantrekkelijkheid.

In het overzicht van het materiaal hebben we aangegeven voor welke doelgroep dit geschikt is, en wat de voorkennis is wat betreft spreadsheets en kennis van het betreffende vakgebied.

Een mogelijke aanpak is de volgende:

  • In klas 1 of 2 wordt een inleidende cursus spreadsheets gegeven, gedurende een blok van ca. 8 weken; een minimale inspanning daarvoor is 1 uur per week les met 1 uur per week huiswerk.

  • Deze cursus kan bestaan uit de inleidende lessen aangevuld met toepassingslessen vanuit verschillende vakken. Dit laatste biedt docenten van andere vakken de ruimte om hun eigen materiaal aan te dragen voor de toepassingen.

  • In de daarop volgende jaren wordt tenminste 2 keer per jaar het toepassen van spreadsheets geoefend in de context van een ander vak dan Digitale geletterdheid.

  • Waar nodig kan in de latere jaren in het kader van het vak Digitale geletterdheid een specialistisch onderwerp uit de lessenreeks gekozen worden, om te voorkomen dat de principes

Nadruk op principes van spreadsheets

Dit materiaal is niet bedoeld als een cursus Excel of Google Spreadsheets. De nadruk ligt op de principes, niet op de gebruikersinterfaces (de “knoppen”). Deze basiskennis is toepasbaar bij alle soorten spreadsheetprogramma’s, nu en in de toekomst.

De verschillende spreadsheetprogramma’s verschillen vooral in hun gebruikersinterface. Bovendien verandert dit gebruikersinterface vaak van versie tot versie.

Daarnaast gebruiken we het materiaal ook om een aantal informatica-basisprincipes te verduidelijken.

Handigheid met de knoppen

Het gebruikersinterface is wel belangrijk om handig te kunnen werken. Daarom hebben we een aantal veelgebruikte handige opdrachten in een apart document ondergebracht.

Daarnaast moeten leerlingen leren om dit soort informatie op te zoeken op het web: ook dat is Digitale geletterdheid. Voor de verschillende spreadsheetprogramma’s zijn veel video’s beschikbaar, met enige handigheid heb je snel een handige en relevante video gevonden.

Nog uit te werken suggesties

Om de leerlingen in het begin snel vaardig te laten worden, kunnen ze kleine dagelijkse oefenopdrachten gebruiken: (bijna) elke dag 10-15 minuten aan de stof werken is beter dan eens per week 2 uren.

Bij het lesmateriaal proberen we ook eenvoudige formatieve toetsopdrachten te formuleren. Deze zijn in eerste instantie bedoeld om leerlingen zichzelf te laten controleren of ze e.e.a. goed onthouden en begrepen hebben.

Enkele open einden

Hoe kijk je het huiswerk voor deze lessen na? Voor de inleidende lessen kan dat aan de hand van de vragen die in de lessen gesteld worden.

Voor de volgende lessen is het resultaat in de meeste gevallen een uitgewerkte spreadsheet. Deze moet ingeleverd worden en nagekeken.

  • kunnen leerlingen elkaars werk nakijken?

  • kan dat anoniem?

  • kan bijvoorbeeld een opdracht door meerdere leerlingen nagekeken worden?

  • kun je voor het nakijken ook punten krijgen?

You have attempted of activities on this page
Next Section - Toetsvragen