Webserver-knopen

In dit hoofdstuk behandelen we IoT-knopen die als webserver dienen.

Leerdoelen en concepten

• client-server interactie; request en response

• lokaal netwerk; adressering (IP-adres, domeinnaam)

• HTTP protocol (adressering: URL; payload: HTML document)

Sommige apparaten beschikken over een webserver waarmee je het apparaat kunt bedienen. Voorbeelden hiervan zijn een (thuis)router en een netwerkprinter. Via de browser van een computer of smartphone bedien je het apparaat op afstand.

Webserver-interface van een netwerkprinter

In de figuur zie je het interface van een netwerkprinter, als webpagina. Via de browser kun je de toestand van de printer bekijken en de instellingen aanpassen. De webserver biedt een uitgebreid gebruikersinterface. Het apparaat zelf kan dan met een eenvoudig interface volstaan, met een paar knoppen en eventueel een klein schermpje.

Client-server interactie

De ingebouwde webserver gebruikt de web- en internetprotocollen in een client-server interactie via het HTTP-protocol. De client (browser) stuurt een HTTP request (bijv. GET) met een bepaald URL-pad naar de webserver; de webserver stuurt in de response een HTML-document, dat de browser vervolgens weergeeft voor de gebruiker. Het HTML-document is in dit geval het gebruikersinterface van het apparaat. De client-server interactie via HTTP is een “pull” interactie: het initiatief voor de interactie ligt bij de browser.

IoT-knopen met webserver

Belangrijke eigenschappen van deze aanpak

• de IoT-knoop-webserver is verbonden in het lokale netwerk, via WiFi of Ethernet;

  • gevolg: het apparaat is alleen te bedienen binnen het lokale netwerk;

• de IoT-knoop-webserver moet altijd bereikbaar (online) zijn;

  • gevolg: IoT-knoop niet geschikt voor batterijvoeding;

• de browser neemt het initiatief in de interactie met de IoT-knoop-webserver;

  • gevolg: geschikt voor actuatoren (bediening), minder geschikt voor sensoren (monitoring).